uitgangspunten - leren lezen - leren schrijven

Methode De Haan heeft een aantal uitgangspunten die in de gehele methode zijn verwerkt:

■ Het alfabet - letters hebben namen - als uitgangspunt voor leren lezen en schrijven.

Om te leren lezen moeten kinderen de letters kennen en onderscheiden. De letters moeten gespeld kunnen worden. Dat doen we niet met letterklanken, omdat we niet willen dat kinderen klank na klank gaan lezen: we willen dat kinderen woorden en zinnen gaan lezen.

Leert een kind klank na klank lezen, dan gaat het ook klank na klank schrijven.

Omdat ons schrift niet fonetisch is ontstaan er vervolgens  allerlei onregelmatige en onbegrijpelijke spelfouten.

■ Automatiseren van taalgebruik. We lezen, schrijven en spreken zonder erbij na te denken. Het doel van elke taalmethode moet gericht zijn op het automatiseren van taalgebruik.

■ Leren met behulp van verschillen. Als onze zintuigen waarnemen, nemen ze altijd verschillen waar. Dat geldt ook voor het leren van taal. We gebruiken altijd OF-OF regels, die een verschil aangeven.

■ Analytisch: de taal kent regels en uitzonderingen. Om deze regels te kunnen leren moeten ze eerst exact geformuleerd worden. Deze leer- en leesregels geven leerling en leraar inzicht in het werken met taal.

Alleen aansluiten bij het niveau van de leerling kan tot leren leiden.

     meer over Methode De Haan  ©